Gildevaandel Mechelse Kolveniergilde
Het huidige gildevaandel van de Mechelse Kolveniersgilde werd, vervaardigd
door het bedrijf “Werkhuizen der Kempen” en op 18 juli 1988 overhandigd aan de Gilde.
Door Pater Karel de Wilde werd het op zondag 13 november van da zelfde jaar ingewijd
in de Sint-Rombouts-kathedraal te Mechelen.


Bij het ontwerpen van het gildenvaandel werd er van uitgegaan dat het vaandel een zo getrouw mogelijk beeld moest geven
van het oudste te achterhalen gildenvaandel van de Kolveniersgilde.
Vertrekkende vanuit het stedelijke museum “Hof van Busleyden”, leidde de zoektocht
via het Stedelijke Archief naar de Koning Albert I bibliotheek te Brussel.
Daar wordt een manuscript bewaard van de Mechelaar Willem De Gortter die in de troebele periode van 1570 tot 1585
een kroniek had samengesteld over de militaire situatie in en rond Mechelen, rijk geïllustreerd met afbeeldingen van vaandels.
Wij vonden er wellis waar geen afbeelding in van het vaandel dat wij zochten,
wel prachtige afbeeldingen van regimentsvaandels die het ons duidelijk maakten
dat het vaandel dat Rombout Heyns in 1617 met fierheid droeg,
alle elementen in zich bevatte van hoe de indeling en de symboliek van een vaandel in die periode werd weergegeven.
In het “Hof van Busleyden” bevindt zich een schat aan 17de eeuwse schilderijen van leden van diverse Mechelse schuttersgilden.
Drie van hen betreffen Confreers van de kolveniersgilde waarop een deel van het gildenvaandel is afgebeeld.
Op het eerste schilderij, van de hand van Jan Verhoeven is Alferis Rombout Heyns afgebeeld en werd geschilderd in 1617.
Rombout Heyns, alias Smets, was Alferis (vaandeldrager) van de Kolveniersgilde van 1580 tot 1630.
Hij poseert met het gildenvaandel over zijn schouder voor het Oud Schepenhuis waar de Kolveniersgilde sinds 1611 haar Gildencamer had.
De drie schilderijen geschilderd in een periode van 1617 tot 1636 geven geen duidelijk beeld van de gildevaandels die zijn afgebeeld. Integendeel, bij nader toezien zijn het duidelijk drie verschillende uitvoeringen.
In het Stedelijke Archief van Mechelen vonden wij het antwoord in hun Reglementenboek.
De nieuw aangestelde alferis moest zijn persoonlijk vaandel laten maken.
In het huidige vaandel zijn de randversiering en het Bourgondische kruis
het evenbeeld van deze die voorkomen op het schilderij van Rombout Heyns.
Op het kruisvlak van het Bourgondische kruis werd een medaillon met het oude wapenschild geplaatst
afgeleid van de afbeelding op de draagbalk van de grote haard in het Oude Paleis en de cartouche uit het Reglementenboek.
Op een veld van distels zien wij 2 gekruiste lontroeren met op de kruising een Bourgondische vuurslag.
Links van het medaillon werd het Mechelse wapenschild aangebracht, rechts de distel als symbool van de onuitroeibaarheid.
Het moto indachtig:
Qui s’y frotte, s’y pique
onderaan werd de leuze in een blauwe banderol aangebracht.