Oorsprong
De orde van het Gulden Vlies, opgericht door Filips de Goede Hertog van Bourgondië
te Brugge op 7 – 01-1430, dag van zijn huwelijk met Isabella van Portugal,
was een tegenhanger van de Engelse orde van de Kousenband, waarvan hij geen lid wenste te worden, en moest de gelijkwaardigheid van Filips met de andere Europese vorsten beklemtonen.
Zijn hofhouding behoorde tot de meest schitterende uit de late middeleeuwen.

De statuten werden gepubliceerd te Rijsel op 27-11-1431.
Het eerste kapittel van de orde werd gehouden te Rijsel in 1432.
De eerste Ridder in de Orde werd Guillaume de Vienne, raadgever en kamerheer bij de koning van Frankrijk en de Hertog van Bourgondië.
In 1496 werd zij verbonden met de Spaanse kroon door het huwelijk van Filips de Schone met Johanna van Castilië.
De hoogconjunctuur die het Iberische schiereiland in de daarop volgende eeuwen kende,
bezorgde de orde van het Gulden Vlies een ongeëvenaarde uitstraling in een hoofdzakelijk katholieke maatschappij.
Tot de dag van vandaag heeft zij niets aan charisma ingeboet.
Koning Juan Carlos is nog steeds souverein van de orde van het Gulden Vlies.
Die thans als doelstelling heeft het uitdragen van het diepgewortelde rijke Europese culturele erfgoed.

Van 23 tot 31 mei 1491 zetelde het kapittel van het Gulden Vlies in de Sint Romboutskathedraal te Mechelen.
De souverein van de orde, Maximiliaan van Oostenrijk, werd bij volmacht vertegenwoordigd door Jean de Lannoy, Graaf van Nassau. Tijdens de zitting werd aan de kerkpoort de waarschuwing uitgehangen “ Honden uit Godstempel”
Waarmee niet alleen de ongedoopten werden bedoeld maar vooral de uitgesloten ridders uit de orde van het Gulden Vlies.
32 wapenborden van de deelnemende ridders, herinneren nog aan dit kapittel.
Uiterlijk kenteken
Gouden halsketting met Gulden Vlies.
De ketting is samengesteld uit Bourgondische vuurslagen en vuurstenen waaraan een gouden ramsvel hangt.
De Bourgondische Hertogen stemden er mee in dat de Koningen van de Schuttersgilden een dergelijke ketting mochten dragen, zij het zonder het gouden ramsvel.
Het ramsvel diende vervangen te worden door hun wapenschild of hun patroonheilige. Het geheel werd de koningsbreuk genoemd.

Coninckxbreuck
Sint-Christoffel- of Kolveniersgilde van Mechelen
In de “Inventaris van alle Effecten van de Colveniers Gilde van den
5 april 1768 “, vinden wij onder de hoofding “Silverwerck” de vermelding:
Eene silvere vergulde breucke.
Deze breuk werd gemaakt door zilversmid Dierick Van Eyck in 1596
De breuk, zo lezen wij verder “by naer is van ‘tselve faitsoen gelyck het voorschreven Gulden Vlies, te weten van Keyen ende Vierstaelysers, daer aen hangende de figuer van den Patroon met den vogel en de gecruyste schietbusse met straelen”.
Voor 1596 droegen de koningen van de Kolveniersgilde een gouden ketting waaraan
de vogel of “papegaey” hing.
De Coningsbreuck gemaakt in 1596 is gedeeltelijk afgebeeld op het schilderij uit 1630 waarop meester Jean de Bologne 71 confrères van de Kolveniersgilde afbeeldt.
Marten Van Calster, Coninck van de Kolveniersgilde sinds 1606, draagt de Coninckxbreuck.
Pas in 1637 wordt hij opgevolgd door confrère Thomas Stoffels. Jacobus Laureys droeg als laatste Coninck van 1775 tot 1798 de Coninckxbreuck.
Hun goederen werden door de Franse bezetter aangeslagen en openbaar verkocht in 1798.


De heropgerichte Sint-Christoffel of Kolveniersgilde van Mechelen hield haar
eerste Coninckxschieting in de maand mei van 1985.
Eerste Coninck werd confrère Gommaar Liekens.
De Gildebreuk bestond uit een blauw fluwelen schouderband afgeboord met twee zilveren galons.
Aan de borstplaat, met de afbeelding van het wapenschild, hangt een naar links kijkende papegaai
Naarmate de jaren verstreken werd de Gildenbreuk versierd met zilveren gildenschildjes die werden verworven bij deelname aan diverse gildenfeesten.
Op de gildenbreuk vinden wij thans zilveren Gildenschildje van o.a.
1985 Eupen Europees Koningschieten
1986 Kortrijk Conventie
1986 Lippelo..St-Sebastiaan
1987 Bokrijk Conventie.
1987 Mechelen.Kringdag ACG
1988 Kuurne. Conventie
1989 Zandhoven Conventie
1989 Mechelen Kringdag ACG
1990 Helmond St.-Sebastiaan NL.
1990 Antwerpen Conventie.
1991 Conventie.
1995 Wintelre O.L.Vouw en de H. Willibrordus NL
1996 Mierlo-Hout St.-Antonius Abt NL.

Nieuwe Coninckxbreuk
In 2001 gaf de Kolveniersgilde de opdracht tot het maken van een “Coninckxbreuck” aan Frans Van Camp, technisch adviseur juwelierskunst aan het Technicum Noord Antwerpen, Londenstraat 43 te 2000 Antwerpen.
Aan de hand van de door Jan Severyns verzamelde informatie, werd een ontwerp gemaakt door graficus Piet Janssens.
Samen met zijn leerlingen maakte Frans Van Camp de schakels van de ketting en de 3 schilden die de symbolen van de gilde dragen.
De “Coninckxvogel” werd gemaakte door Atelier Georges Cuyvers & Co Jewellers te Antwerpen.
Het geheel werd geschonken door de confrères Maria Smeyers, “Coninck” van de gilde in 1997 en haar levensgezel Robert Engelen.
De ketting is samengesteld uit zilveren schakels van twee aan elkaar verbonden
Bourgondische vuurslagen waarop tweemaal het Mechelse stadswapen is afgebeeld.

In de twee kleine schilden die in de ketting zijn gemonteerd,
zijn respectievelijk Sint-Christoffel, patroonheilige van de Gilde, en de distel afgebeeld.
Sint-Christoffel werd als patroonheilige van de Kolveniersgilde verkozen
wegens zijn uitzonderlijk grote gestalte, zijn kracht en zijn zelfopoffering.
Hij stond dus symbool voor de grote draagkracht van de gilde en de solidariteit,
in goede en kwade dagen, tussen de gildenbroeders en hun familieleden


De distel symboliseerde de eeuwigheid van de Kolveniersgilde.
Zij is immers onuitroeibaar.
Op het centrale grote schild dat aan de ketting hangt en als borstplaat dienst doet, is de naam van de gilde, de datum van de eerste schriftelijke vermelding en haar wapenschild gegraveerd.
Op twee gekruiste lontroeren een Bourgondische vuurslag, vlammen uitstralende en bekroond met een bloeiende disteltak.


Aan de borstplaat hangt de Coninckxvogel, gesculpteerd in 925/000 zilver,
+/- 8 centimeter groot, deels verguld, gerhodieërd en gepatineerd
en voorzien van Meester- en Gehaltestempel.
Klauwend op een tak kijk hij zijn opponent toe en is hij het symbool van het “Coninckxschap”
Alleen de regende Coninck mag de Coninckxbreuk dragen.
Bij overmacht is enkel de vorige coninck gemachtigd de coninckxbreuk om te hangen.
De Coninckxbreuck werd op 26 mei 2002 voor het grote publiek ten toongesteld tijdens de opendeurdagen van het TNA Antwerpen en diezelfde avond tijdens een kleine plechtigheid door de schenkers aan de Kolveniersgilde overhandigd.
